Schulden van een consument, wat moet u weten? 

 Op 4 mei 2023 werd in het Wetboek van Economisch Recht een nieuw boek ingevoegd, met name Boek XIX “Schulden van de consument”. 

 Deze nieuwe wet treedt in werking op 1 september 2023 en is aldus van toepassing op elke openstaande en vervallen schuld van een consument aan een onderneming die vanaf die datum is ontstaan. 

 Vanaf 1 december 2023 is deze wet eveneens van toepassing op elke vervallen en onbetaalde schuld van een consument aan een onderneming die voortkomt uit een overeenkomst die werd afgesloten vóór haar inwerkingtreding (dus voor 01/09/2023) wanneer de betalingsachterstand ontstaat na de inwerkingtreding ervan (dus na 01/09/2023). 

 Boek XIX bestaat uit twee titels waarin inzake de invordering van consumentenschulden diverse nieuwe regels werden opgenomen. Hieronder hebben wij de belangrijkste punten voor u op een rijtje gezet. 

1 Kosteloze eerste betalingsherinnering: 

Deze nieuwe wet voert een verplichting in voor de onderneming om een eerste kosteloze herinnering aan de consument te sturen alvorens de onderneming schadebedingen kan toepassen. 

 

Wanneer vervolgens een bijkomende betalingsherinnering word verstuurd, dan mag maximum 7,50 euro worden aangerekend. 

2 Verplichte vermeldingen in betalingsherinnering: 

De eerste herinnering dient verplicht een aantal gegevens te bevatten, zoals: 

  • de naam of benaming en het ondernemingsnummer van de onderneming die schuldeiser is; 
  • het verschuldigde saldo en het bedrag van het schadebeding in geval van laattijdige betaling; 
  • een beschrijving van het product dat de schuld heeft doen ontstaan, alsook de datum van opeisbaarheid van deze schuld (d.i. de factuurnummer en de vervaldatum); 
  • de termijn van minimum 14 dagen waarbinnen de schuld moet terugbetaald worden vooraleer enige kost, interesten of vergoedingen mogen worden gevorderd. 

 

3 Wachttijd van 14 dagen: 

Er kunnen pas bijkomende kosten, zijnde intresten en een schadebeding, worden toegepast na het verstrijken van een termijn van minimum 14 kalenderdagen. Deze termijn gaat in: 

  • op de derde werkdag na verzending van de herinnering aan de consument; 
  • in geval van verzending langs elektronische weg, op de kalenderdag die volgt op de dag waarop de herinnering werd verzonden aan de consument. 

Er dient dus eerst een herinnering verstuurd te worden, waarin enkel de openstaande hoofdsom (factuurbedrag) is opgenomen, én een wachttijd van 14 dagen gerespecteerd te worden. Nadien kunnen bijkomende kosten worden gevraagd. 

 

4 Plafonnering van verwijlintresten en schadebeding: 

De verwijlinteresten, vastgelegd in een contract, mogen niet hoger zijn dan de interest tegen de referentie-interestvoet vermeerderd met acht procentpunten bedoeld in artikel 5, tweede lid, van de wet van 2 augustus 2002 betreffende de bestrijding van de betalingsachterstand bij handelstransacties. Op dit ogenblik bedraagt deze intrestvoet 10,5%. Deze interesten worden berekend op de nog te betalen som. 

 

Een schadevergoeding, omwille van laattijdige betaling, kan enkel gevraagd worden wanneer dit uitdrukkelijk (bv. in de overeenkomst, in de algemene voorwaarden…) tussen de onderneming en de consument werd bepaald. Het bedrag van de schadevergoeding is als volgt: 

  • schulden < 150,00 euro: max. 20,00 euro, 
  • schulden tussen 150,01 euro en 500,00 euro: max. 30,00 euro vermeerderd met 10 % van het verschuldigde bedrag op de schijf tussen 150,01 en 500,00 euro, 
  • schulden > 500,00 euro: max. 65 euro vermeerderd met 5 % van het verschuldigde bedrag op de schijf boven 500 euro met een maximum van 2.000,00 euro. 

Schadebedingen die deze maximumgrenzen te boven gaan, worden voor niet geschreven gehouden. 

 

In het tweede luik van de wet wordt bepaald dat al wie een activiteit van minnelijke invordering van schulden wenst uit te oefenen, voorafgaandelijk bij de FOD Economie dient ingeschreven te zijn. Deze verplichte voorafgaande inschrijving is niet van toepassing op advocaten. 

Daarnaast moeten ook de volgende verplichtingen worden nageleefd: 

  • Verificatieverplichting voor schuldinvorderaar: 

Iedere schuldinvorderaar heeft de verplichting om te controleren of aan de voorwaarden van deze wet m.b.t. de bedragen die van de consument kunnen worden gevorderd is voldaan. De invorderaar moet steeds kunnen bewijzen dat hij zijn controleplicht is nagekomen. 

 

  • Versturen van ingebrekestelling: 

De consument moet eerst in gebreke worden gesteld voor enige andere maatregel of handeling van minnelijke invordering mag worden verricht. Er mogen dus geen verdere minnelijke invorderingsmaatregelen of -acties worden ondernomen voor het verstrijken van een termijn van 14 kalenderdagen die ingaat op de derde werkdag na de verzending van de ingebrekestelling. Bovendien moet deze ingebrekestelling verplichte vermeldingen bevatten. 

 

  • Geen verdere stappen bij verzoek om uitstel van betaling, afbetalingsplan en bij CSR: 

Wanneer de consument verzoekt om een uitstel van betaling of om een afbetalingsplan mogen geen verdere stappen in de minnelijke invordering worden ondernomen zolang er geen beslissing is genomen over zijn verzoek.  

 

Dit is ook het geval wanneer een consument een beroep zou doen op een schuldbemiddelaar of een aanvraag inzake collectieve schuldenregeling heeft ingediend.  

 

  • Geen eerste herinnering? Pas schadebeding na termijn van 14 kalenderdagen: 

Indien de schuldeiser geen eerste herinnering aan zijn schuldenaar heeft gezonden alvorens de inning van zijn schuldvordering aan een derde toe te vertrouwen, moet de derde op zijn beurt de termijn van veertien kalenderdagen in acht nemen voordat aanspraak kan gemaakt worden op het eventuele voorziene schadebeding.  

 

  • Iedere afspraak met consument over betaling van een schuld moet voortaan worden bevestigd. 

 

  • Informatieplicht: 

De schuldinvorderaar is verplicht om de consument actief te informeren (minstens eenmaal per jaar) omtrent alle schulden waarvoor een afbetalingsplan geldt, alsook wanneer de schuld volledig werd afgelost.  

 

  • Verbod tot eisen aparte vergoeding voor tussenkomst schuldinvorderaar: 

De schuldinvorderaar mag voor zijn tussenkomst geen vergoeding, bezoldiging of kosten, los van de schadebedingen, van de consument eisen. 

 Deze nieuwe wetgeving zal voor heel wat ondernemingen een uitdaging vormen. Het is dan ook wenselijk dat u als onderneming tijdig de noodzakelijke wijzigingen doorvoert en dus sancties vermijdt. 

 Wenst u als onderneming bijstand bij het nakijken van uw contracten en algemene voorwaarden in uw B2C-relaties? Of bent u consument en wordt u geconfronteerd met bovenstaande? Aarzel dan niet en neem onmiddellijk contact met ons op b.akkoc@villajuris.be en/of via 011 25 20 20.